Heb jij het idee dat je paard niet helemaal recht is?
Dat kan goed kloppen! Want elk paard is in meer of mindere mate scheef.
Net zoals dat wij links- of rechtshandig schrijven, heeft ieder paard van nature een voorkeur voor de linker- of de rechterhand. We spreken dan vaak over linksgebogen en rechtsgebogen paarden.
Bij een rechtsgebogen paard wordt bedoeld dat het paard aan de linkerkant bol is en aan de rechterkant hol.
En bij een linksgebogen paard is dat andersom, dus dan is de rechterkant bol en de linkerkant hol.
Normaal gesproken is het zo dat jouw paard de teugel zwaarder wil aannemen aan zijn bolle kant. Daarnaast heeft hij juist moeite om de teugel aan te nemen aan de holle kant.
Waarom is het rechtrichten zo belangrijk?
Door je paard recht te richten wordt hij sterker en minder asymmetrisch. En dus zullen de oefeningen hem makkelijker aangaan.
Daarnaast is het heel belangrijk om je paard in balans te hebben als je een fijne verbinding op twee teugels wilt.
Maar wat je vooral niet moet onderschatten, is dat je heel veel blessures kunt voorkomen door je paard recht te richten.
Als je paard namelijk meer gewicht op links of rechts heeft, en dus zijn benen ongelijkmatig belast, is de kans op blessures veel hoger.
Rechtrichten is dus ontzettend belangrijk. Maar pas wel op voor de volgende 3 valkuilen:
Valkuil #1 Je paard rechtrichten zonder voorwaartse drang
Als je paard nog niet de juiste voorwaartse drang heeft, is het rechtrichten niet mogelijk.
Die voorwaartse drang zorgt er namelijk voor dat de hele wervelkolom van je paard, van staart tot oor, verbonden is.
Zorg er dus voor dat je paard de juiste ontspanning heeft, voorwaarts is en de hand accepteert.
Als je dat voor elkaar hebt, zal je merken dat je paard direct al een stuk beter in balans gaat lopen. Vervolgens kun je dan beginnen met de oefeningen om je paard rechter te maken.
Valkuil #2 Using flexion to straighten your horse
Als je enkel de hals inbuigt van je paard is dit géén echte buiging. Goede buiging gaat namelijk over de hele wervelkolom, van staart tot oor.
Het effect van de hals inbuigen is dat je eigenlijk een S-bocht creëert in het lichaam.
Oei, en wat gebeurt er dan? Je ziet dat dit gaat vaak samen met het kantelen van het hoofd.
Hiermee zul je nooit het probleem van de scheefheid oplossen. Je verbloemt dan eigenlijk alleen dat je geen échte buiging hebt om je binnenbeen.
Valkuil #3 Met de hand lichter proberen te maken
Sommige ruiters proberen de zware teugel, aan de bolle kant, lichter te maken door hierop in te werken. Het effect daarvan is dat het paard eigenlijk alleen maar zwaarder wordt, of dat hij doorknikt bij de derde halswervel.
Dan krijg je wel het gevoel dat je paard eventjes ‘licht’ aanvoelt, maar je hebt dan geen echte aanleuning.
Maar hoe kun je de scheefheid oplossen?
Door middel van ‘goed rijden’ is de asymmetrie in het lichaam van ons paard wel een heel stuk te verbeteren.
Wist je dat in sommige gevallen de voorkeurskant van jouw paard zelfs kan veranderen?
In eerste instantie is het héél belangrijk dat je paard ontspannen is, voorwaarts is en de hand accepteert.
Als je paard een goede voorwaartse drang heeft zul je merken dat de onbalans kleiner wordt en je paard minder scheef loopt.
Je kunt het vergelijken met fietsen, als je langzaam fietst dan slinger je ook meer dan wanneer je doortrapt. Bij paarden werkt dat ook zo. Als je de trek van achter naar voren hebt, ga je minder snel scheef.
Het is ook van belang dat je in de beginfase de natuurlijke balans van je paard niet teveel verstoort.
Veel ruiters willen graag hun paard rechtstellen wanneer het lichaam daar nog niet aan toe is. Als je dat doet, heb je meer kans op blessures.
Dit kan dus betekenen dat je paard scheef loopt, of niet de gewenste stelling heeft.
Echter kun je dit tot op zekere hoogte te negeren. De gelijke druk op twee teugels is het belangrijkst, en je wilt het hoofd en de hals niet teveel verstoren.
Als je eenmaal die gelijke druk voor elkaar hebt kun je een stapje verder gaan.
Je wilt dan oefeningen rijden zoals zijgangen. Hierbij probeer je je paard van de bolle kant af te rijden. Vervolgens wil je die energie in je zachte teugel (aan de holle kant) opvangen.
Let op dat je wel vooral de kant oefent waar jouw paard baat bij heeft!
Het is ook goed om je te realiseren dat rechtrichten een proces is waar wij ruiters nooit helemaal 100% klaar mee zullen zijn.
Tot slot nog een tip van Rien
Probeer eens op de binnenhoefslag te rijden. Hierdoor heeft je paard minder steun aan de bakrand. Hij is dan genoodzaakt om zijn links-recht balans beter verdelen en zal minder met zijn schouder naar de muur getrokken worden.
