Concentreer je op de richting van de verbinding
In Rien van der Schaft's vorige blog, sprak hij over de fase die de meeste ruiters vergeten, de fase van de contactteugel.
In deze eerste fase van de training wil je drie dingen bereiken, namelijk ontspanning, voorwaartsheid en dat je paard het contact accepteert.
Als je dat eenmaal hebt vastgesteld, is het tijd om over te gaan naar de tweede fase. Rien zal uitleggen hoe deze fase eruit ziet en waar je op moet letten:
In de tweede fase van de training, wil je het evenwicht van je paard beginnen te beïnvloeden.
In de eerste fase daarentegen laat je je paard zijn natuurlijke balans vinden en geef je min of meer niet om het frame. Je wilt alleen dat je paard leert om je hand te vertrouwen en je hand te volgen.
In de tweede fase echter, wil je het gewicht meer gelijk verdelen over de vier benen van je paard.
Je wilt van het natuurlijke evenwicht van je paard naar horizontaal evenwicht gaan.
Om dit te kunnen bereiken kun je bewegingen rijden als schoudervoor, schouderbinnenwaarts, half-pass en overgangen. Al deze bewegingen helpen het achterbeen te stimuleren zich meer onder het lichaam te brengen, zodat de voorbenen lichter worden.
Het berijden van deze oefeningen kan echter alleen waardevol zijn als je de juiste verbinding hebt.
Met de juiste verbinding bedoel ik dat de verbinding de juiste richting moet hebben. De richting van de verbinding moet altijd voorwaarts-neerwaarts zijn.
Dat betekent dat als ik mijn vingers open, het paard met zijn hoofd naar voren-beneden moet willen en niet naar boven.
Als je paard 'ontsnapt' door zijn hoofd op te tillen zodra hij de vrijheid krijgt om dat te doen, is dat een signaal dat je niet de juiste verbinding hebt. Het is een signaal dat je paard niet de juiste bovenlijn heeft.
Als je paard 'ontsnapt' door zijn hoofd op te tillen zodra hij de vrijheid krijgt om dat te doen, is dat een signaal dat je niet de juiste verbinding hebt.
Neem niet de kortste weg
Je kunt die voorwaarts-neerwaartse richting alleen krijgen als je aandacht hebt besteed aan het rijden van je paard met de contactteugel, wat de eerste fase van de training is. Zodat je paard je hand vertrouwt en heeft geleerd je hand te accepteren en te volgen.
Het kan echter heel verleidelijk zijn om, wat lijkt, een kortere weg te nemen en je paard een bepaalde hoofd-hals houding op te dringen. Maar als je je paard in een bepaald frame dwingt, zal de verbinding hoogstwaarschijnlijk de verkeerde richting hebben.
Verander de richting waarin je paard beweegt
Zodra je voelt dat je paard een drang heeft om je hand in een voorwaarts-neerwaartse richting te nemen, kun je beginnen de achterbenen wat meer te stimuleren met de bewegingen die ik noemde, gevolgd door de voorwaartse energie een beetje te weerstaan met je hand.
Op deze manier kun je de richting waarin je paard beweegt gaan veranderen. Je gaat van een voorwaarts-neerwaartse richting naar een meer horizontale richting en uiteindelijk, wanneer je je paard verzamelt, naar een meer opwaartse richting zonder het correcte gebruik van de bovenlijn te verliezen.
Maar elke keer wil je zeker weten dat je de juiste richting van de verbinding hebt. Kijk wat er gebeurt als je je vingers opent. Wil je paard je handen voorwaarts-neerwaarts nemen? Uitstekend.
Zo niet, stop dan met het rijden van schouderbinnenwaarts of stop met het rijden van die overgangen en focus je eerst op het weer krijgen van de juiste verbinding. En dat is niet door een bepaald frame te forceren, maar door het lichaam van je paard naar zijn hoofd toe te rijden, van achter naar voren.
